Interpersoonlijke dimensies
In het onderzoek naar interpersoonlijk leraarsgedrag wordt er binnen de Universiteit Utrecht veel gebruik gemaakt van de Interpersoonlijke Theorie.
Deze theorie is vanaf 1953 ontwikkeld om relaties tussen mensen te bestuderen. In deze theorie speelt wederzijdse beïnvloeding van personen in interactie een belangrijke rol. Bekende pioniers waren Harry Stack Sullivan en Timothy Leary.
Een belangrijk principe in deze theorie is het principe van twee interpersoonlijke dimensies.
Volgens dit principe kan het gedrag van een persoon in interactie met een of meer andere personen gekarakteriseerd worden met precies twee dimensies (beide noodzakelijk, maar tevens voldoende).
Afhankelijk van de context van de interactie worden verschillende namen aan deze dimensies gegeven. De meest algemeen toepasbare namen zijn (in het Engels) Agency en Communion. In de specifieke onderwijscontext zie je vaak de namen Invloed en Nabijheid (in het Engels: Control en Affiliation of Influence en Proximity).
Elk woord waarmee je het interpersoonlijke gedrag van een persoon beschrijft, kan weergegeven worden als een bepaalde mix (blend) van Invloed en Nabijheid.
Bijvoorbeeld: sommige interpersoonlijke woorden zijn een mix van veel Nabijheid en een beetje Invloed (zoals HELPEND), sommige van veel Invloed en weinig Nabijheid (zoals VEELEISEND).
Een ander belangrijk principe is het principe van interpersoonlijke complementariteit.
[collapse title=”Lees meer”]
den Brok, P. (2011). Interpersoonlijke ontwikkeling van de docent.
Horowitz, L. M., & Strack, S. (Eds.). (2010). Handbook of interpersonal psychology: Theory, research, assessment, and therapeutic interventions. John Wiley & Sons.
van Tartwijk, J.W.F.; Brekelmans, M.; den Brok, P.J.; Mainhard, M.T. (2014) van Tartwijk, J.W.F., Brekelmans, M., den Brok, P.J., Mainhard, M.T. (eds.), Theorie en praktijk van leren en de leraar : Liber Theo Wubbels 2014 websiteversie, pp. 7 – 10
[/collapse]